Particles Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the jobs I have had	de jobs die ik heb gehad
	the password	het wachtwoord
	the housework	het huishouden
	Mary slept on the train.	Mary sliep op de trein.
	the implant	het implantaat
	the face	het aangezicht
	the major nuisance	de grote overlast
	the firefighting	het bluswerk
	the earnings	de verdiensten
	the clarification	de opheldering
	the guidance	de begeleiding
	the offence	de overtreding
	the spectator	de toeschouwer
	the stabbing	de steekpartij
	the company	de onderneming
	the defaulters	de wanbetalers
	The bear is a large animal.	De beer is een groot dier.
	the mushrooms	de champignons
	the smartphones	de smartphones
	the moments	de ogenblikken