Understand spoken Dutch

Particles 1 Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
the town hall het gemeentehuis
Lit up by the blazing sun, there stood an old castle, that was surrounded by a deep canal, and from the wall to the water thick brushwood was growing. Door de glans der zon beschenen, stond daar een oud kasteel, dat door een diepe gracht omgeven was, en van de muur tot aan het water groeide dicht kreupelhout.
They rode together on the tandem. Ze reden samen op de tandem.
“Look at that! Now we wil get additional ones, as if we are not enough already! And gosh! that one duckling looks so ugly! We don’t want that here! ” “Kijk eens! Nu moeten wij nog het aanhangsel krijgen, alsof wij al niet talrijk genoeg waren! En foei! wat ziet dat ene eendje er uit! Dat willen wij hier niet hebben!”
I’ll note the address. Ik zal het adres noteren.
the tiled toilet het betegelde toilet
the exclamation mark het uitroepteken
I liked the French course. De cursus Frans beviel me.
the academic year het academisch jaar
I need to mute the sound. Ik moet het geluid dempen.
The blacksmith pumps the bellows. De smid blaast de blaasbalg op.
The sheep follows the shepherd. Het schaap volgt de herder.
The dog is chewing a bone. De hond knaagt aan een bot.
the set deadlines de gestelde deadlines
the Ukrainian border de Oekraïense grens
She quit the company. Ze heeft de firma verlaten.
the second metro carriage het tweede metrostel
then we target the women dan mikken we op de vrouwen
the immaculate kitchen de smetteloze keuken
You must swear on the Bible. Je moet zweren op de Bijbel.