Het hotel wordt omringd door winkels, boetieks, restaurants en aansluitingen op het openbaar vervoer.
De sleutels liggen op mijn bureau.
De link waar je op geklikt hebt is verlopen.
De man had pijn op zijn borst.
Het geld ligt op de tafel.
De nieuwjaarszon ging over het kleine lijkje op.
De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.
De volgende ochtend duurde het lang voor ze eindelijk op pad waren.
het beeld op de muur
Het arme eendje werd door allen geplaagd; zelfs zijn zusters waren kwaad op hem en zeiden steeds: “Mocht de kat je maar beetpakken, jou lelijk schepsel!”
Daar moest de prinses nu de hele nacht op liggen.
de krapte op de arbeidsmarkt
De sneeuwvlokken bedekten haar lang blond haar, dat in prachtige lokken op haar schouders neergolfde; maar daaraan dacht zij niet.
De sneeuwvlokken bedekten haar lang blond haar, dat in prachtige lokken op haar schouders neergolfde
Het vonnis valt op 21 juni.
daarop nam zij twintig matrassen en legde deze op de erwt
dan mikken we op de vrouwen
Er zijn zoveel beautytools op de markt, dat je door de borstels het bos bijna niet meer ziet.
Er staat veel rommel op de zolder.
wijzer dan zij is niemand op de wereld