Office 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the meeting	de bijeenkomst
	the first meeting	de eerste bijeenkomst
	Are you going to attend the meeting?	Komt u naar de bijeenkomst?
	Don't come to the meeting!	Kom niet naar de bijeenkomst.
	When does the meeting start?	Wanneer begint de vergadering?
	Will you be at the meeting this afternoon?	Kom je naar de bijeenkomst vanmiddag?
	They are responsible for the operation of the farm.	Ze zijn verantwoordelijk voor de uitbating van de boerderij.
	cell door	celdeur
	office space	kantoorruimte
	the hidden door	de verborgen deur
	The meeting is almost over.	De bijeenkomst is bijna voorbij.
	The operation of the restaurant is a family business.	De uitbating van het restaurant is een familiezaak.
	the tablet	de tablet
	the computer	de computer
	a computer	een computer
	This meeting is boring.	Deze vergadering is saai.
	The clock is above the fireplace.	De klok hangt boven de open haard.
	I bought a computer.	Ik kocht een computer.