"o’clock" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the train leaves at 3 p.m.	de trein vertrekt om 15.00 uur
	My family arrive at three o’clock.	Mijn familie arriveert om drie uur.
	At four o’clock we are going to the swimming pool.	We gaan om vier uur naar het zwembad.
	four o’clock in the morning	vier uur ’s ochtends
	He goes to work at eight a.m.	Hij gaat om acht uur ’s ochtends naar zijn werk
	The event starts around nine o’clock in the morning.	Het evenement begint omstreeks negen uur ’s ochtends.
	I will fill them in at eight o’clock.	Ik vul ze om acht uur in.
	the stroke of eight o’clock	klokslag acht uur