Numbers 0-10 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	half past four	half vijf
	half past one	half twee
	for half past seven	voor half acht
	five to four	vijf voor vier
	five to eight	vijf voor acht
	twenty to six	tien over half zes
	twenty five past two	vijf voor half drie
	twenty to nine	tien over half negen
	twenty five past six	vijf voor half zeven
	eighty-six (86)	zesentachtig
	eighty-one (81)	eenentachtig
	eighty-eight (88)	achtentachtig
	eighty-two (82)	tweeëntachtig
	eighty-three (83)	drieëntachtig
	eighty-four (84)	vierentachtig
	eighty-five (85)	vijfentachtig
	eighty-seven (87)	zevenentachtig
	eighty-nine (89)	negenentachtig
	It’s nearly half past two.	Het is bijna half drie.
	She’s eight years old.	Ze is acht jaar oud.