Lingopolo

Understand spoken Dutch

Nouns Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	bystander	omstander
	stepson	stiefzoon
	sister-in-law	schoonzus
	driving force	drijfveer
	to bully	te pesten
	comics	stilletje
	manufacturing	fabricage
	calamari	calamares
	swimming pools	zwembaden
	director	regisseur
	checks	controles
	finances	financiën
	teaspoon	theelepel
	photographer	fotograaf
	deterioration	aantassing
	discord	tweedracht
	descendant	nakomeling
	Austria	Oostenrijk
	bills	rekeningen
	date	afspraakje