Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	The trees along the avenue are beautiful in autumn.	De bomen langs de laan zijn prachtig in de herfst.
	He has two convictions.	Hij heeft twee veroordelingen.
	I went to college in Australia.	Ik ben in Australië afgestudeerd.
	The loot was so large that they were surprised.	De buit was zo groot dat ze verrast waren.
	Tom is the one responsible.	Tom is degene die verantwoordelijk is.
	You can’t judge a book by its cover.	Je moet een boek niet op het omslag beoordelen.
	Please give me a concise answer.	Geef me alsjeblieft een bondig antwoord.
	I wish you much hope and prospects in the future days.	Ik wens je wat hoop en wat uitzicht op morgen.
	a hospital admission	een ziekenhuisopname
	an axe murderer	een bijlmoordenaar
	Tom wasn’t able to hide his excitement.	Tom kon zijn opwinding niet verbergen.
	Tom can’t decide whether he should go.	Tom kan niet beslissen of hij moet gaan.
	Is there a house specialty?	Is er een specialiteit van het huis?
	The student left without saying anything.	De student vertrok zonder iets te zeggen.
	This world is a dangerous place.	Deze wereld is een gevaarlijke plek.
	History is the teacher of life.	De geschiedenis is de lerares van het leven.
	the composition of the lunch boxes	de samenstelling van de brooddozen
	Why did you decide to buy this house?	Waarom heb je besloten dit huis te kopen?
	Consternation followed the news.	Na het nieuws volgde ontsteltenis.
	That accident happened near his house.	Dat ongeluk gebeurde vlak bij zijn huis.