Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the view	het uitzicht
	the defeat	de nederlaag
	the challenge	de uitdaging
	toothbrush	tandenborstel
	the establishment	de vestiging
	the estimate	de schatting
	the redevelopment	de heraanleg
	the industry	de industrie
	the processes	de processen
	the reality	de realiteit
	rental agreement	huurovereenkomst
	box of matches	luciferdoosje
	the coal	de steenkool
	Tom is a true hero.	Tom is een ware held.
	his scar	zijn litteken
	the colleagues	de collega’s
	throat infection	keelinfectie
	Just in case.	Voor het geval dat.
	leaf rustling	bladgeritsel
	in the future	in de toekomst