Nouns Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the cup	het kopje
	the kitten	het katje
	by far	verreweg
	a blessing	een zegen
	head louse	hoofdluis
	pearl white	parelwit
	a wreath	een krans
	a pharaoh	een farao
	nail polish	nagellak
	bathroom break	plaspauze
	a splash	een plons
	sound engineer	klankman
	the debate	het debat
	the axle	de wielas
	the import	de invoer
	the paragraph	de alinea
	the wishes	de wensen
	the unions	de bonden
	the minute	de minuut
	the socks	de sokken