Nouns 86 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the planning	de planning
	the birth	de geboorte
	the training	de opleiding
	the carpenter	de timmerman
	the closeness	de nabijheid
	the thoughts	de gedachten
	the program	het programma
	date of birth	geboortedatum
	birthplace	geboorteplaats
	Are you a carpenter?	Ben je timmerman?
	system administrator	systeembeheerder
	computer program	computerprogramma
	education level	opleidingsniveau
	What do you have in mind?	Wat heb je in gedachten?
	personal information	persoonlijke gegevens
	I need a distraction.	Ik heb afleiding nodig.
	His father was a carpenter.	Zijn vader was timmerman.
	My grandfather is a carpenter.	Mijn grootvader is timmerman.
	the first national action against distraction at the wheel	de eerste nationale actie tegen afleiding achter het stuur