Nouns 81 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the euro	de euro
	the hare	de haas
	the ring	de ring
	the wall	de wand
	the photo	de foto
	the century	de eeuw
	the cupboard	de kast
	Easter Bunny	paashaas
	wall clock	wandklok
	water trough	watertrog
	biggest size	grootste maat
	Is it in the cabinet?	Zit het in de kast?
	the biggest size	de grootste maat
	the hare and the tortoise	de haas en de schildpad
	Give me back my ring.	Geef me mijn ring terug.
	Do you have this in my size?	Heeft u dit in mijn maat?
	Yanni bought Skura a ring.	Yanni kocht Skura een ring.
	I have fifty euros in my pocket.	Ik heb vijftig euro in mijn zak.
	This is a picture of my school.	Dit is een foto van mijn school.
	I know three of the people in this picture.	Ik ken drie van de mensen in de foto.