Nouns 74 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the comma	de komma
	a fool	een dwaas
	the approach	de aanpak
	the laptop	de laptop
	the sugar	de suiker
	a beach	een strand
	the beach	het strand
	a sugar	een suiker
	at night	’s nachts
	the cover	het omslag
	the expensive laptop	de dure laptop
	What a fool!	Wat een dwaas!
	on the beach	op het strand
	nought point five (0.5)	nul komma vijf
	one point five (1.5)	één komma vijf
	an expensive laptop	een dure laptop
	He is a fool.	Hij is een dwaas.
	tea with sugar	thee met suiker
	to seize	in beslag nemen
	I’m such a fool.	Ik ben zo’n dwaas.