Nouns 63 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the computer	de computer
	the queen	de koningin
	the goods	de goederen
	the smile	de glimlach
	the families	de families
	the miss	de juffrouw
	the birth	de geboorte
	a computer	een computer
	a queen	een koningin
	a declaration	een aangifte
	the marriage	het huwelijk
	a birth	een geboorte
	my declaration	mijn aangifte
	date of birth	geboortedatum
	birthplace	geboorteplaats
	tax return	belastingaangifte
	I bought a computer.	Ik kocht een computer.
	thought the old queen	dacht de oude koningin
	a worn-out marriage	een versleten huwelijk
	No one wears jewellery anymore.	Niemand draagt nog sieraden.