Nouns 6 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	four thousand (4,000)	vierduizend
	five thousand (5,000)	vijfduizend
	seven thousand (7,000)	zevenduizend
	nine thousand (9,000)	negenduizend
	thirty thousand (30,000)	dertigduizend
	this is a girl	dit is een meisje
	twenty thousand (20,000)	twintigduizend
	one hundred thousand (100,000)	honderdduizend
	six hundred thousand (600,000)	zeshonderdduizend
	thought the little girl	dacht het kleine meisje
	one thousand and thirty-nine (1039)	duizendnegenendertig
	I think Tom is in his garden.	Ik denk dat Tom in zijn tuin is.
	two thousand and twenty-one (2021)	tweeduizend eenentwintig
	an egg	een ei
	the egg	het ei
	Let me see the egg!	Laat mij het ei eens zien!