Nouns 460 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the hilliness	de heuvelachtigheid
	the representative	de vertegenwoordiger
	two pile-ups	twee kettingbotsingen
	Who is responsible?	Wie is de verantwoordelijke?
	I was looking for the remote.	Ik zocht de afstandsbediening.
	the pill is a contraceptive	de pil is een voorbehoedsmiddel
	adjustments to existing functionalities	aanpassingen op bestaande functionaliteiten
	Industrialization often goes hand in hand with pollution.	Industrialisering gaat vaak gepaard met vervuiling.
	Who knows what new discoveries these observatories will uncover?	Wie weet welke nieuwe ontdekkingen deze observatieposten zullen onthullen?
	There is a group of nationalists who demonize anyone who does not blindly favour independence.	Er is een groep nationalisten die iedereen demoniseert die niet blindelings voorstander is van onafhankelijkheid.