Nouns 409 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the watercress	de waterkers
	the hairpin	de haarspeld
	the byline	de naamregel
	the sunglasses	de zonnebril
	the chocolate sprinkles	de hagelslag
	residence permit	verblijfsvergunning
	There’s a cockroach in the bathroom.	Er zit een kakkerlak in de badkamer.
	Tom made spaghetti for dinner.	Tom maakte spaghetti voor het avondeten.
	That braggart knows a lot more than he likes to admit.	Die blaaskaak weet veel meer dan hij wil toegeven.