de leraar
een leraar
Ik ben ook leraar.
een goede leraar
het voedsel
Mijn dochter heeft een goede leraar.
het donker
de woorden
een donker bos
m.a.w.
Wanneer we voor het donker thuis willen zijn, dan moeten we nu op pad gaan.
de middag
de dingen
de kosten
middageten
deze middag
Goedemiddag.
onderwijskosten
Hoeveel gaat het kosten?
de paling