Nouns 37 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a game	een spel
	the game	het spel
	a good idea	een goed idee
	a bad idea	een slecht idee
	when we had the idea	toen we het idee hadden
	the test	de test
	the soap	de zeep
	the death	de dood
	the dress	de jurk
	the battle	de slag
	the stomach	de maag
	the smoke	de rook
	the idea	het idee
	a rope	een touw
	the rope	het touw
	Black Death	zwarte dood
	kill (informal, 2nd person singular)	om zeep helpt
	to kill (informal)	om zeep helpen
	to ruin	om zeep helpen
	a large stomach	een grote maag