Nouns 346 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Better a small boss than a big servant.	Beter een kleine baas dan een grote knecht.
	the eyelash	de wimper
	the actor	de acteur
	the goats	de geiten
	the cages	de kooien
	This car has a diesel engine.	Deze wagen heeft een diesel motor.
	Why do you need a new ladder?	Waarom heb je een nieuwe ladder nodig?
	The temple was filled with incense smoke.	De tempel was gevuld met rook van wierook.
	The puzzle consists of a grid of one hundred squares.	De puzzel bestaat uit een rooster van honderd vakjes.