Nouns 332 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the club	de knots
	the liver	de lever
	the spear	de speer
	the visa	het visum
	She ordered an ice cream.	Ze bestelde een ijsje.
	It’s six of one and half-a-dozen of the other.	’t Is lood om oud ijzer.
	When are you going to Vienna?	Wanneer ga je naar Wenen?
	Not a single loaf of bread was sold.	Er werd geen enkel brood verkocht.
	That girl who’s wearing a scarf is a virgin.	Dat meisje dat een sjaal draagt, is maagd.