Nouns 302 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the granddaughter	de kleindochter
	I had no idea that Mary was your granddaughter.	Ik wist niet dat Mary jouw kleindochter was.
	the courtyard	de binnenplaats
	the ceremony	de plechtigheid
	the sexuality	de seksualiteit
	the domination	de overheersing
	the major	de burgemeester
	British rule	Britse overheersing
	this little ceremony	deze kleine plechtigheid
	sentence constructions	zinsconstructies
	The mayor insists on action.	De burgemeester dringt aan op actie.
	Yanni was struggling with his own sexuality.	Yanni worstelde met zijn eigen seksualiteit.
	We need to conduct more experiments.	We moeten nog meer experimenten uitvoeren.
	She sat down on a step from the landing in the courtyard.	Zij ging op een trede van het bordes op de binnenplaats zitten.
	The art exhibition displayed solely modern paintings.	De kunsttentoonstelling toonde louter moderne schilderijen.