Nouns 3 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the people	de mensen
	eighteen (18)	achttien
	the mother	de moeder
	one hundred and eight (108)	honderdacht
	eight hundred (800)	achthonderd
	Mother’s Day	Moederdag
	ten past eight	tien over acht
	twenty-eight (28)	achtentwintig
	It’s ten past eight.	Het is tien over acht.
	This is my mother.	Dit is mijn moeder.
	It’s twenty-five past eight.	Het is vijfentwintig over acht.
	the book	het boek
	the world	de wereld
	all over the world	over de hele wereld
	“Do you think that this is the whole world?” the mother said.	“Denk je, dat dit de hele wereld is?” zei de moeder.
	diary	dagboek
	the country	het land
	country house	landhuis
	the whole country	het hele land
	I have a book.	Ik heb een boek.