Nouns 266 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the public holiday	de feestdag
	the bastard	de smeerlap
	the boutiques	de boetieks
	the enemies	de vijanden
	an era	een tijdperk
	the era	het tijdperk
	the advantage	het voordeel
	the exam	het tentamen
	that bastard	die smeerlap
	the tray	het dienblad
	the warehouse	het magazijn
	a warehouse	een magazijn
	America has enemies.	Amerika heeft vijanden.
	A beard does not make a philosopher.	Een baard maakt je nog geen filosoof.
	The redevelopment is to the benefit of everyone.	De heraanleg is in het voordeel van iedereen.