Nouns 23 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a dark forest	een donker bos
	flight behaviour	vluchtgedrag
	train station	treinstation
	biggest love	grootste liefde
	green leaves	groene bladeren
	famine	hongersnood
	love life	liefdesleven
	My child is hungry.	Mijn kind heeft honger.
	How do I get to the train station?	Hoe kom ik bij het station?
	It’s a very long flight.	Het is een hele lange vlucht.
	Eat, for you are hungry.	Eet, want jullie hebben honger.
	I only made a couple of mistakes.	Ik heb maar een paar fouten gemaakt.
	Can you tell me where the station is?	Kun je me vertellen waar het station is?