Nouns 227 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the omelette	de omelet
	the junk	de rommel
	the bush	de struik
	the construction	de aanleg
	the tomato	de tomaat
	the dikes	de dijken
	the thunder	de donder
	an omelette	een omelet
	a tomato	een tomaat
	the waist	het middel
	the gift	het cadeau
	Peter interrupted him.	Pieter viel hem in de rede.
	They can’t build dikes.	Ze kunnen geen dijken maken.
	I tie my sweater around my waist.	Ik knoop mijn trui om mijn middel.
	There is a lot of junk on the attic.	Er staat veel rommel op de zolder.
	Is this supposed to be a gift?	Moet dit een cadeau voorstellen?
	a bush on the edge of the clearing was shaking	een struik aan de rand van de open plek trilde
	The construction of a highway will contribute to the growth of the suburbs.	De aanleg van een autoweg zal bijdragen aan de groei van de voorsteden.