Nouns 206 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the cat	de poes
	the closet	de kast
	the salmon	de zalm
	the cover	het kaft
	the woods	het woud
	a worm	een worm
	fish food	visvoer
	Saint John	Sint Jan
	The pussycat is a pet.	De poes is een huisdier.
	The bird ate a worm from the garden.	De vogel at een worm uit de tuin.
	Tom spent the night in the woods.	Tom bracht de nacht door in het woud.
	Bert walks up to a bus stop and sees another traveller standing there.	Bert loopt naar een bushalte en ziet daar een andere reiziger staan.