Nouns 191 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	traffic jam problems	fileproblematiek
	the problem	de problematiek
	the difficulty	de moeilijkheid
	the diseases	de aandoeningen
	the activities	de activiteiten
	the comparison	de vergelijking
	the specialty	de specialiteit
	the nurse	de verpleegster
	the phenomenon	het verschijnsel
	natural phenomenon	natuurverschijnsel
	She became a nurse.	Ze werd verpleegster.
	power cut	stroomonderbreking
	Is there a local specialty?	Is er een lokale specialiteit?
	joint diseases	gewrichtsaandoeningen
	My mother is a nurse.	Mijn moeder is verpleegster.
	degree of difficulty	moeilijkheidsgraad
	How long does the show last?	Hoe lang duurt de voorstelling?
	When does the show start?	Hoe laat begint de voorstelling?
	Is there a house specialty?	Is er een specialiteit van het huis?
	No smoking during the performance.	Niet roken tijdens de voorstelling.