Nouns 189 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	a tapestry	een wandkleed
	the dishwasher	de vaatwasser
	a dishwasher	een vaatwasser
	the snowflakes	de sneeuwvlokken
	the referee	de scheidsrechter
	the negotiation	de onderhandeling
	the proposed	het vooropgestelde
	a referee	een scheidsrechter
	for it was New Year’s Eve	want het was oudejaarsavond
	He has two convictions.	Hij heeft twee veroordelingen.
	The negotiation was successful.	De onderhandeling was succesvol.
	I am involved in the negotiation.	Ik ben betrokken bij de onderhandeling.
	All the windows were brightly lit, and it smelled wonderfully of goose roast; because it was New Years Eve.	Al de ramen waren helder verlicht, en het rook heerlijk naar ganzengebraad; want het was oudejaarsavond.