Nouns 180 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the lemonade	de limonade
	the campaign	de campagne
	the intern	de stagiair
	the refrigerator	de koelkast
	the pet	het huisdier
	their pet	hun huisdier
	A lemonade, please.	Limonade aub.
	the quarter	het kwartier
	the bedstead	het ledekant
	a refrigerator	een koelkast
	I think a quarter of an hour.	Ik denk een kwartier.
	The refrigerator is open.	De koelkast staat open.
	I was born in February.	Ik ben geboren in februari.
	My career started as an intern.	Mijn loopbaan begon als stagiair.
	and laid down a pea on the bed base	en legde een erwt op de onderlagen van het ledekant neer