Nouns 169 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the voices	de stemmen
	the nights	de nachten
	the spots	de plekken
	the snails	de slakken
	the meal-tub	de meelton
	the beaks	de snavels
	the rascal	het ondeugd
	the stub	het stompje
	blood relative	bloedverwant
	bruises	blauwe plekken
	He has pimples.	Hij heeft puisten.
	I will stay for four nights.	Ik blijf vier nachten.
	Are you guys really related?	Zijn jullie echt verwant?
	Snails enjoy eating green leaves.	Slakken eten graag groene bladeren.
	I have a few pimples on my face.	Ik heb een paar puisten op mijn gezicht.
	They all look exactly like their father; but that rascal doesn’t even come to visit me.	Zij lijken allemaal precies op hun vader; maar die ondeugd komt mij niet eens bezoeken.