Nouns 161 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the carrot	de wortel
	the lips	de lippen
	the torch	de fakkel
	the cigar	de sigaar
	a carrot	een wortel
	the rate	het tarief
	the whole	het geheel
	the thunderstorm	het onweer
	the violence	het geweld
	torch holder	fakkelhouder
	brothers and sisters	broers en zussen
	indicating rate	met vermelding van tarief
	Tom isn’t smoking a cigar.	Tom is geen sigaar aan het roken.
	Tom tripped on a root.	Tom is over een wortel gestruikeld.
	All of my brothers and sisters were born in Boston.	Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren.