Nouns 129 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the coat hook	de kapstok
	the doormat	de deurmat
	a doormat	een deurmat
	the swimming pool	het zwembad
	the eviction	de uitzetting
	the spinal cord	het ruggenmerg
	the restaurants	de restaurants
	the branches (parts of a business)	de vestigingen
	the farms	de boerderijen
	the library	de bibliotheek
	the distinction	het onderscheid
	a library	een bibliotheek
	spinal cord injury	ruggenmergletsel
	The coat rack is in the hallway.	De kapstok staat in de gang.
	the cattle, the farms	het vee, de boerderijen
	The bus stops close to the library.	De bus stopt dicht bij de bibliotheek.
	Where are there a lot of restaurants?	Waar zijn er veel restaurants?
	At four o’clock we are going to the swimming pool.	We gaan om vier uur naar het zwembad.
	He does not distinguish between good and evil.	Hij maakt geen onderscheid tussen goed en kwaad.
	They built this library in 2013.	Deze bibliotheek werd gebouwd in 2013.