Miscellaneous Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	angel (diminutive)	engeltje
	heaviest	zwaarste
	arrows (diminutive)	pijltjes
	to see through	doorzien
	echoing	galmende
	calendar	kalender
	Canadian (inflected form)	Canadese
	diligently	naarstig
	resource	resource
	roaring	ronkende
	homely	hologige
	thinking	nadenken
	working (inflected form)	werkende
	Proverbs	Spreuken
	to cover	bedekken
	steaming	dampende
	to snow	sneeuwen
	smaller (inflected form)	kleinere
	to stretch	strekken
	priority	voorrang