Miscellaneous Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	question (noun)	vraag
	legs (animal or inanimate objects)	poten
	word	woord
	behind	achter
	middle	midden
	came	kwamen
	to stay	blijven
	government	overheid
	speaking	aan het woord
	beautiful	mooi
	away	heen
	long (inflected form)	lange
	stood	stond
	began	begon
	continually	steeds
	enough	genoeg
	felt (singular)	voelde
	that’s why	daarom
	made	gemaakt
	go (2nd person singular question and imperative)	ga