Miscellaneous 95 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the owner	de eigenaar
	the scene	het tafereel
	an owner	een eigenaar
	Am I in love?	Ben ik verliefd?
	She got up.	Ze kwam overeind.
	when we started	toen we begonnen
	to fall in love	verliefd worden
	to be in love with	verliefd zijn op
	We were in love.	We waren verliefd.
	You understand that, don’t you?	Je begrijpt dat toch?
	The chicken got up.	De kip kwam overeind.
	She quickly got up.	Ze kwam snel overeind.
	I’m in love with you.	Ik ben verliefd op jou.
	Does everybody understand?	Begrijpt iedereen het?
	The shops are closed.	De winkels zijn gesloten.
	The vacancy is now closed.	De vacature is nu gesloten.
	She slowly got up.	Ze kwam langzaam overeind.
	Your daughter’s on drugs.	Je dochter gebruikt drugs.
	How do you use this card?	Hoe gebruikt men die kaart?
	I have’t done anything wrong.	Ik heb niets verkeerd gedaan.