Ik hoorde hem vaak Engels spreken.
de herfst
in de herfst
Nu kwam de herfst
Niet veel langer.
Tom is hier langer geweest dan Mary.
de passen
Ze passen bij elkaar.
de schijn
de wimpel
het rumoer
oranje wimpel
schijngevecht
Ik kan niet slapen met dit rumoer.
En het snelde naar het water, plofte er in en zwom naar de prachtige zwanen toe
de lokken