Miscellaneous 85 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to call (long form)	te bellen
	the silence	de stilte
	the canal	de gracht
	to laugh (long form)	te lachen
	the injury	het letsel
	in the evening	’s avonds
	we ran	wij liepen
	in the afternoon	’s middags
	left hand side	linkerkant
	top left	linkerboven
	laughing	aan het lachen
	Not much longer.	Niet veel langer.
	I’m going to call Tom later.	Ik ga Tom straks bellen.
	I shouldn’t have called.	Ik had niet moeten bellen.
	ran to their parents	liepen naar hun ouders toe
	Shouldn’t you call the police?	Moet je de politie niet bellen?
	Misery never seems to be far away.	Ellende lijkt nooit ver weg te zijn.
	Tom has been here longer than Mary.	Tom is hier langer geweest dan Mary.
	He didn’t seem to be worried about this.	Hij lijkt zich hier geen zorgen over te maken.
	The mother of the ducklings went to the canal with her entire family.	De moeder der eendjes ging met haar hele familie naar de gracht toe.