Miscellaneous 77 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the service	de dienst
	to laugh (long form)	te lachen
	the injury	het letsel
	the interest	het belang
	business world	zakenwereld
	head injury	hoofdletsel
	the Golden Ball	de Gouden Bal
	laughing	aan het lachen
	What’s tormenting you?	Wat zit je dwars?
	What’s wrong?	Wat zit je dwars?
	How are things going?	Hoe gaan de zaken?
	Is something bothering you?	Zit je iets dwars?
	It takes two hours.	Het duurt twee uur.
	It takes five hours.	Het duurt vijf uur.
	Things are going well.	De zaken gaan goed.
	Are things going well?	Gaan de zaken goed?
	What’s bothering her?	Wat zit haar dwars?
	Yes, I speak English.	Ja, ik spreek Engels.
	religion (theistic)	godsdienst
	I don’t speak English.	Ik spreek geen Engels.