Miscellaneous 74 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I speak	ik spreek
	I speak English.	Ik spreek Engels.
	Yes, I speak English.	Ja, ik spreek Engels.
	I don’t speak French	ik spreek geen Frans
	I don’t speak English.	Ik spreek geen Engels.
	I speak some French.	Ik spreek een beetje Frans.
	I can’t speak Dutch.	Ik spreek geen Nederlands.
	I don’t speak Dutch very well.	Ik spreek niet zo goed Nederlands.
	Tom brought Mary some juice.	Tom bracht Maria een beetje sap.
	the action	de actie
	the sparks	de vonken
	the prohibition	het verbod
	driving ban	rijverbod
	smoking ban	rookverbod
	tell me something	vertel me iets
	Tell me your name.	Vertel me je naam.
	Do you speak French?	Spreek jij Frans?
	Do you speak English?	Spreek je Engels?
	Tell Tom why.	Vertel Tom waarom.
	Can we sit here?	Mogen we hier zitten?