Miscellaneous 67 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the safe	de kluis
	the dragon	de draak
	a dragon	een draak
	the ship	het schip
	the laws	de wetten
	the dragons	de draken
	It’s a dragon.	Het is een draak.
	a new ship	een nieuw schip
	Do you have a safe?	Heeft u een kluis?
	What do dragons eat?	Wat eten draken?
	Do you like the city?	Bevalt de stad u?
	There are dragons here.	Hier zijn draken.
	Are dragons real?	Zijn draken echt?
	How do you like it?	Hoe bevalt het je?
	I do not believe it.	Ik geloof het niet.
	How’s the job?	Hoe bevalt je baan?
	Do you believe in love?	Geloof je in liefde?
	How do you like this town?	Hoe bevalt deze stad u?
	Does he like his new job?	Bevalt zijn nieuwe baan?
	I couldn't get the safe open.	Ik kreeg de kluis niet open.