Miscellaneous 62 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the machine	de machine
	the agreement	het akkoord
	the internet	het internet
	Just married.	Net getrouwd.
	to agree on	akkoord zijn op
	I lost	ik ben verloren
	internet behaviour	internetgedrag
	The man is married.	De man is getrouwd.
	Tom ordered food.	Tom bestelde eten.
	Does the machine still work?	Werkt de machine nog?
	What does this machine do?	Wat doet deze machine?
	I will fill them in now.	Ik zal ze nu invullen.
	They already got married.	Ze waren al getrouwd.
	I’m not married.	Ik ben niet getrouwd.
	Tom ordered coffee.	Tom bestelde koffie.
	I will fill them in today.	Ik zal ze vandaag invullen.
	Please come downstairs.	Kom naar beneden, alsjeblieft.
	Tom ordered orange juice.	Tom bestelde sinaasappelsap.
	I will fill them in tomorrow evening	ik zal ze morgenavond invullen
	Didn’t you know Tom was married?	Wist je niet dat Tom getrouwd was?