Doe gewoon alsof we hier niet zijn.
het bewijs
Er is geen bewijs.
de kosten
onderwijskosten
Hoeveel gaat het kosten?
Zeg gewoon ja.
Kennen jullie dit woord?
Waar kennen we elkaar van?
Ik wil dat je bij Tom blijft.
het letsel
Ja, ik spreek Engels.
met de deur in huis vallen
Ik spreek een beetje Frans.
Ik spreek geen Nederlands.
Ik spreek niet zo goed Nederlands.