Miscellaneous 442 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to stir (long form)	te roeren
	He chewed on his hamburger.	Hij kauwde op zijn hamburger.
	His miserable attempt failed.	Zijn miezerige poging faalde.
	He had only a few euros left in his pocket.	Hij had nog maar luttele euro’s op zak.
	Tom disobeyed a direct order from a superior officer.	Tom heeft een direct bevel van een meerdere genegeerd.
	She cried for joy when she heard that her son had survived the plane crash.	Ze huilde van blijdschap toen ze hoorde dat haar zoon de vliegtuigcrash had overleefd.