Miscellaneous 33 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I give up.	Ik geef het op.
	What are you giving me?	Wat geef je mij?
	High five!	Geef me de vijf!
	Don’t give me that.	Geef me dat niet.
	a few years	een paar jaar
	how many?	hoeveel?
	with you	met jou
	the point	het punt
	John is dead.	Jan is dood.
	The cat was dead.	De kat was dood.
	the problem	het probleem
	No worries!	Geen probleem!
	Is all of this money yours?	Is al dit geld van jou?
	Who is behind it?	Wie zit erachter?
	There’s a problem.	Er is een probleem.
	They found out.	Ze kwamen erachter.
	That is no problem.	Dat is geen probleem.
	That’s no problem.	Dat is geen probleem.
	Nobody will know.	Niemand komt erachter.
	What a beautiful garden.	Wat een prachtige tuin.