Miscellaneous 291 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to feed (long form)	te voeden
	to pour (long form)	te gieten
	Gaza Strip	Gazastrook
	You are right.	Je hebt gelijk.
	The water is rising.	Het water stijgt.
	She is right after all.	Ze heeft immers gelijk.
	It isn’t worth the trouble.	Dat is de moeite niet waard.
	Do you have difficulty urinating?	Heeft u moeite met plassen?
	And he would be blamed.	En hij zou de schuld krijgen.
	I’m afraid he will never admit his guilt.	Ik vrees dat hij nooit zijn schuld zal erkennen.
	And so it stayed motionless, while the hail whirled through the reeds and one shot after another banged	En zo bleef het roerloos liggen, terwijl de hagel door het riet snorde en er schot op schot knalde.
	The storm roared around the duckling so bad that it had to sit down so it would not blow over.	De storm gierde zo verschrikkelijk om het eendje heen, dat het moest gaan zitten, om niet omver te waaien.