Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
Themed Dutch Courses
Miscellaneous Courses
Miscellaneous 201 Course
Miscellaneous 201 Examples Lesson
Miscellaneous 201 Examples Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Recording
English
Dutch
Status
the risk
het risico
the noise
het lawaai
to look for a job
werk zoeken
Speak louder.
Praat luider.
Do you want to sleep now?
Wil je nu slapen?
I will sleep now.
Ik zal nu slapen.
to be at risk
risico hebben op
We fell asleep.
We vielen in slaap.
a faint grin
een flauwe grijns
I want to look for a job.
Ik wil een baan zoeken.
He made a lame joke.
Hij maakte een flauwe grap.
I’m used to the noise.
Ik ben gewend aan het lawaai.
Girl, you know how to sleep.
Meisje, je weet hoe je moet slapen.
That was a feeble attempt at humour.
Dat was een flauwe poging tot humor.
The Giants got clobbered yesterday.
De Reuzen zijn gisteren in elkaar geslagen.
with the risk that you help kill the USB-port
met het risico dat je de USB-poort om zeep helpt
Repentance is an important aspect of personal growth.
Inkeer is een belangrijk aspect van persoonlijke groei.
The operation of the factory is led by an experienced team.
De uitbating van de fabriek wordt geleid door een ervaren team.