te komen
Ik wist wel dat je zou komen.
Weet je hoe ik daar kan komen?
Is dat jouw moeder?
Wat wil Tom nog meer?
Het is nu twee jaar open.
Wie werkt hier?
Iedereen zou dit kunnen.
Maar dat doet er niet toe!
half één
half vijf
half twee
een half uur
voor half acht
tien over half zes
tien over half negen