"man" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I saw a man with a measuring stick in his hand.	Ik zag een man met een meetlat in zijn hand.
	Tom looked at the tall man suspiciously.	Tom keek argwanend naar de lange man.
	This guy lives simply as a doctor, not as a hero or a martyr.	Deze man leeft gewoon als een dokter, niet als een held of een martelaar.
	a man with leprosy	een melaatse man
	an armed man	een gewapende man
	He is a brave man.	Hij is een dappere man.
	the elderly old man	de oude bejaarde man
	a violent man	een gewelddadige man
	You have to watch out for that man.	Je moet opletten voor die man.
	The man flew out of the bend on the circuit.	De man vloog uit de bocht op het circuit.
	Superman, also known as “The Man of Steel”	Superman, ook wel “De Man van Staal” genoemd
	The old man sat on the bench, humming with contentment.	De oude man zat op het bankje, neuriënd van tevredenheid.