"just" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	just	gewoon
	I would just go to town.	Ik zou gewoon naar de stad gaan.
	Just pretend like we’re not here.	Doe gewoon alsof we hier niet zijn.
	Just say yes.	Zeg gewoon ja.
	Can I just pay a fine now?	Kan ik gewoon nu een boete betalen?
	He quickly adjusted to the new situation.	Hij is de nieuwe situatie rap gewoon geworden.
	I’m just curious.	Ik ben gewoon benieuwd.
	I wasn’t in the mood.	Ik was gewoon niet in de stemming.
	Just learn each new word with the article.	Leer gewoon elk nieuw woord met het lidwoord.
	I just lost my temper.	Ik verloor gewoon m’n zelfbeheersing.
	This guy lives simply as a doctor, not as a hero or a martyr.	Deze man leeft gewoon als een dokter, niet als een held of een martelaar.
	She just has to go to town.	Ze móét gewoon naar de stad.
	I have to just take the train.	Ik moet gewoon de trein nemen.
	He is just going to go to town.	Hij gaat gewoon even naar de stad.
	I just wanted to apologize.	Ik wou gewoon mijn excuses aanbieden.
	I’m just very tired and sleepy lately.	Ik ben gewoon zeer moe en loom de laatste tijd.